Examples of using "Spart" in a sentence and their dutch translations:
Hij spaart tien dollar per week.
Tom doet er alles aan om geld te kunnen besparen.
Hun levens ondersteboven keren bespaart nog meer energie.
Douchen met twee, spaart water en tijd.
- Ze spaart om naar het buitenland te trekken.
- Ze spaart geld om naar het buitenland te gaan.
De letters "sch" in Duitse woorden en "sh" in het Engels worden geschreven als "ŝ" in het Esperanto. Dat scheelt ruimte en inkt.