Examples of using "Solltest" in a sentence and their dutch translations:
Je kunt maar beter een tijdje gaan slapen.
Je moet luisteren.
Je moet er eens over nadenken.
Je zou moeten eten.
Je kan maar beter gaan.
Je zou moeten slapen.
Het is beter als je niet weggaat.
Je zou jezelf moeten kennen.
- U zou beter wat voorzichtiger zijn.
- Je moet voorzichtiger zijn.
Je moet mij bedanken.
Je moet vroeg opstaan.
Jullie zouden dankbaar moeten zijn.
Je moet blij zijn.
Je moet niet luistervinken.
Je moet hem ontmoeten.
Je zou onmiddellijk moeten beginnen.
Je zou eens zwemles moeten nemen.
Jij zou minder moeten roken.
Je zou haar moeten raadplegen.
Je zou meer moeten lezen.
Je moet Tom bedanken.
Dat zou je moeten weten.
Doe het liefst onmiddellijk.
Je moet eindelijk eens woordjes leren!
Je zou je huur op voorhand moeten betalen.
Je had hem de waarheid moeten vertellen.
Je moet je kaarten op tafel leggen.
- Je zou je schulden moeten aflossen.
- Je zou je schulden moeten betalen.
- Je zou dat nu moeten doen.
- Dat zou je nu moeten doen.
Je moet je vader helpen.
Je moet dat woord eens opzoeken.
Je kan waarschijnlijk maar beter gaan.
- Misschien zou je weg moeten gaan.
- Misschien moet je weggaan.
Het is beter als je niet weggaat.
Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.
Zeg toch minstens "Dank u".
- Ge zoudt beter dadelijk beginnen.
- Je kunt beter meteen beginnen.
Je moet het zo doen.
Doe een mantel aan.
Ge zoudt van deze gelegenheid moeten gebruikmaken.
U kunt maar beter weggaan.
Dit zou je vaker moeten dragen.
- Je behoort zelf te gaan kijken.
- Je moet zelf gaan kijken.
Je zou veel grondiger Engels moeten studeren.
Je moet je haar eens laten knippen.
- Jij moet je excuses aanbieden.
- Je zou je moeten verontschuldigen.
Je zou niet naar school moeten gaan.
Je moet iets eten voor je gaat.
Je moet voor Uruguayanen werken...
Je moet hem om advies vragen.
Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.
Je kunt beter een regenjas aantrekken.
Je moet proberen beleefder te zijn.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Je moet vroeg naar huis gaan.
Je moet van je fouten leren.
- Je moet uit de buurt blijven van haar.
- Je moet uit haar buurt blijven.
Je drinkt beter geen water van de kraan.
Je zou moeten eten.
Ga nu maar naar huis.
Je moet stoppen met drinken.
- Je zou moeten slapen.
- Je zou beter slapen.
- U zou moeten slapen.
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
Ge zoudt beter wat rusten.
Je zou je bougies echt moeten vervangen.
Je zou trots op jezelf moeten zijn.
Wat jij nu moet doen is iets eten volgens mij.
Je moet hem niet verachten.
Dat water moet je niet drinken.
Ge zoudt meer naar uw ouders moeten bellen.
Je moet met roken stoppen.
Je moet niet zo hard praten.