Examples of using "Hingehen" in a sentence and their dutch translations:
Laten we ergens anders heengaan!
Je kan maar beter gaan.
Je moet gaan.
Je kan beter zelf gaan.
Je zou er niet heen moeten gaan.
Ik moest er gisteren heen gaan.
Je kan maar beter gaan.
Kunnen we daarheen gaan?
We moeten daar samen heengaan.
- Je hoeft daar niet heen te gaan.
- Het is niet nodig dat je daar heengaat.
Waar wil je van de zomer heen gaan?
- Je moet gaan.
- Je moet vertrekken.
Ik kan ernaartoe, waar je ook wil.
Ik moet de koeien gaan melken.
Ik zou daar niet alleen heen gaan.
- Vind je dat ik weg moet?
- Vinden jullie dat ik weg moet?
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Zelfs als je niet wilt, moet je erheen gaan.
Ik wilde gaan, maar vergat het.
Je moet gaan.
We kunnen hier niet ontspannen. Laten we ergens anders heen gaan.
- Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen heen zou gaan.
- Hij heeft beslist om daar alleen heen te gaan.
- Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen naartoe zou gaan.
Tom wil nergens heen gaan met jou.
Je hoeft daar niet heen te gaan.
Waar je ook heen gaat, zullen mensen je verwelkomen.
Ik wilde gaan, maar vergat het.
- Indien het morgen regent, dan ga ik niet.
- Ik ga niet als het morgen regent.
Ongeacht waar jullie naartoe gaan, vergeet me niet te schrijven.