Examples of using "Rauch" in a sentence and their dutch translations:
Tom rook rook.
als donkere rook.
Hoe maakt u de rook?
- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.
- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.
Er is geen rook zonder vuur.
- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.
Rook niet te veel.
Ik kan rook zien.
- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.
Er is geen rook zonder vuur.
Daar komt een hoop rook van...
Moet je die rook zien.
Hoe maakt u de rook?
Er kwam zwarte rook uit de schoorsteen.
- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.
Rook steeg op uit de schouw.
- Waar rook is, is vuur.
- Men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan.
Je ziet de rookpluim wel uit de bergwand komen.
Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.
Rook hier niet.