Examples of using "Rückenschmerzen" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb rugpijn.
Tom heeft een zere rug.
Mary's rugpijn martelde haar.
Mijn rug doet erg pijn.
Tom lijdt aan chronische rugpijn.
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Ik heb rugpijn.
Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.
Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.
Ik heb rugpijn.
Ik heb geleerd met de pijn in mijn rug te leven.
Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.
Ik heb rugpijn.
- Ik heb rugpijn.
- Mijn rug doet pijn.
Mijn rug doet nog steeds pijn.