Translation of "Probleme" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Probleme" in a sentence and their dutch translations:

- Du hast Probleme.
- Ihr habt Probleme.
- Sie haben Probleme.

- Je hebt problemen.
- Jullie hebben problemen.
- U hebt problemen.

- Du hast drei Probleme.
- Ihr habt drei Probleme.
- Sie haben drei Probleme.

- U heeft drie problemen.
- Jullie hebben drie problemen.
- Je hebt drie problemen.

Ihn plagen Probleme.

- Hij zit in de problemen.
- Hij zit in moeilijkheden.

Hast du Probleme?

Zit je in de problemen?

Tom hat Probleme.

Tom heeft problemen.

Du hast Probleme.

Je hebt problemen.

Sie haben Probleme.

Ze hebben problemen.

- Es gibt da ein paar Probleme.
- Es gibt einige Probleme.

Er zijn een aantal problemen.

-Bereitet sie Probleme? -Viele.

Heb je er problemen mee? -Ja, veel.

Zwei Probleme blieben ungelöst.

Twee problemen bleven onopgelost.

Es gibt keine Probleme.

- Er zijn geen problemen.
- Er is niets aan de hand.

Er hat große Probleme.

Hij heeft grote problemen.

Ich hatte keine Probleme.

Ik had geen problemen.

Gibt es Probleme zuhause?

Bestaan er problemen thuis?

- Kein Problem.
- Ohne Probleme.

Geen probleem.

Alkohol löst keine Probleme.

Alcohol lost geen problemen op.

Vielleicht hat Tom Probleme.

Misschien heeft Tom problemen.

Ich habe gesundheitliche Probleme.

Ik heb gezondheidsproblemen.

Er hat finanzielle Probleme.

Hij zit in de financiële problemen.

Es gibt einige Probleme.

Er zijn een aantal problemen.

Ich habe keine finanziellen Probleme.

Ik heb geen grote financiële problemen.

über unsere Probleme und Bemühungen.

onze problemen en onze inspanningen.

Sein Leben ist voller Probleme.

Zijn leven is vol problemen.

Sie haben ihre eigenen Probleme.

Zij hebben hun eigen problemen.

Ich will niemandem Probleme bereiten.

Ik wil niemand nog problemen aandoen.

Schwierige Probleme erfordern phantasievolle Lösungen.

Moeilijke problemen vereisen vindingrijke oplossingen.

Ich habe jetzt viele Probleme.

Ik heb nu juist veel problemen.

Das kann große Probleme bereiten.

Dat kan voor grote problemen zorgen.

Ich wollte keine Probleme machen.

- Ik wilde geen problemen veroorzaken.
- Ik wilde geen problemen bezorgen.

- Ich muss einen Haufen Probleme lösen.
- Ich habe einen Haufen Probleme zu lösen.

Ik heb een heleboel problemen om op te lossen.

- Ich habe einen Haufen Probleme zu lösen.
- Ich habe viele Probleme zu lösen.

Ik heb een heleboel problemen om op te lossen.

- Wir haben die gleichen Probleme wie ihr.
- Wir haben die gleichen Probleme wie du.

We hebben dezelfde problemen als jij.

Der Fakt, dass diese Probleme bleiben

Het feit dat deze problemen aanhouden

Hast du schon alle Probleme gelöst?

Heb je al alle problemen opgelost?

Die Wissenschaft löst nicht alle Probleme.

Wetenschap lost niet alle problemen op.

Es gibt da ein paar Probleme.

Er zijn een aantal problemen.

Die aktuelle Regierung hat viele Probleme.

De huidige regering heeft veel problemen.

Viele Länder haben Probleme mit Armut.

Veel landen hebben problemen met armoede.

Ich habe viele Probleme zu lösen.

Ik heb een heleboel problemen om op te lossen.

Diese Probleme sind für sie wichtig.

Deze problemen zijn belangrijk voor hen.

Es gibt eine Menge ungelöster Probleme.

Er bestaan veel onopgeloste problemen.

Probleme verschwinden gewöhnlich nicht von selbst.

Problemen lossen zich gewoonlijk niet vanzelf op.

- Er hat Ärger.
- Ihn plagen Probleme.

Hij zit in de problemen.

Du musst selber deine Probleme lösen.

Je moet in je eentje jouw problemen oplossen.

Sehr kurze Sätze verursachen immer Probleme.

Zeer korte zinnen zorgen altijd voor problemen.

Tom hat Probleme mit dem Sehen.

Tom heeft problemen met het zicht.

Viele Probleme kamen auf ihn zu.

Veel problemen stonden hem te wachten.

- Die Probleme werden immer größer statt kleiner.
- Die Probleme werden nicht kleiner, sondern immer größer.

De problemen nemen niet af, maar nemen verder toe.

Und dass Lösungen manchmal weitere Probleme schaffen,

en dat oplossingen soms ook hun eigen problemen creëren,

Aber seine Probleme fangen gerade erst an.

Maar zijn problemen zijn pas net begonnen.

- Hast du Probleme?
- Bist du in Schwierigkeiten?

Zit je in de problemen?

Unsere Probleme sind nichts, verglichen mit ihren.

Onze problemen zijn niks in vergelijking met die van haar.

Ich habe auch Probleme mit meiner Frau.

Ik heb ook problemen met mijn vrouw.

Der Computer erspart uns Zeitverlust und Probleme.

De computer spaart ons tijd en problemen.

Wir haben die gleichen Probleme wie du.

We hebben dezelfde problemen als jij.

Sie hatte über Jahre Probleme mit Rückenschmerzen.

Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.

Ich habe die gleichen Probleme wie du.

Ik heb dezelfde problemen zoals jij die hebt.

Ich habe keine Probleme mit meiner Frau.

Ik heb geen probleem met mijn vrouw.

Wir haben die gleichen Probleme wie ihr.

We hebben dezelfde problemen als jij.

Ich spreche nicht gern über meine Probleme.

Ik praat niet graag over mijn problemen.

Sie hat seit Jahren Probleme mit Rückenschmerzen.

Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.

Heute kann man alle diese Probleme lösen.

Vandaag de dag kan men al deze problemen oplossen.

Ich hatte gestern Probleme mit dem Motor.

Ik had gisteren problemen met de motor.

Haben Sie häufig Probleme mit den Nasennebenhöhlen?

- Heeft u regelmatig problemen met uw sinussen?
- Heb je regelmatig problemen met je sinussen?

Für andere hingegen beginnen die Probleme gerade erst.

Maar voor andere... ...beginnen de beproevingen pas.

Diese Probleme werden in naher Zukunft gelöst werden.

Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.

- Ich habe Probleme beim Atmen.
- Ich habe Atemprobleme.

Ik heb moeite met ademen.

Ihre finanziellen Probleme begannen in der zweiten Jahreshälfte.

Hun financiële problemen begonnen in de tweede helft van het jaar.

Wenn wir so denken, tauchen viele Probleme auf.

Als we op deze manier denken, ontstaan ​​er veel problemen.

In Bezug auf diese Frage gibt es drei Probleme.

Met betrekking tot deze vraag zijn er drie problemen.

Sucht ist eines der Probleme der Jugend von heute.

Verslaving is een van de problemen van de jeugd van deze tijd.

Die Probleme werden kommen und wir können sie vorhersagen.

Er komt een heleboel ellende aan

Ich habe immer Probleme, mich an Namen zu erinnern.

Ik heb het altijd moeilijk om namen te onthouden.

Tom hat eines der großen Probleme der Wissenschaft gelöst.

Tom heeft een van de grote wetenschappelijke problemen opgelost.

Verwandle große Probleme in kleine und kleine in keine.

Transformeer grote problemen in kleine en kleine in geen een.

Wenn du nicht aufmerksam zuhörst, wirst du später Probleme bekommen.

Als je niet aandachtig luistert, ga je later in de problemen geraken.

Die Wissenschaft hat noch nicht alle Probleme des Lebens gelöst.

De wetenschap heeft nog niet alle levensproblemen opgelost.