Examples of using "Optimist" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben optimistisch.
- Je bent optimistisch.
- U bent optimistisch.
- Jullie zijn optimistisch.
Ik ben optimistisch.
- Ik ben een geboren optimist.
- Ik ben van nature optimistisch.
Ondanks alle tegenslagen blijft hij een optimist.
Het is altijd beter om optimistisch dan pessimistisch te zijn.
De optimist beweert dat we in de beste van alle werelden leven, en de pessimist vreest dat dat waar is.