Translation of "Besucht" in Dutch

- Niemand besucht mein Land.
- Keiner besucht mein Land.

Niemand bezoekt mijn land.

- Welche Länder hast du besucht?
- Welche Länder habt ihr besucht?
- Welche Länder haben Sie besucht?

Welke landen heb je bezocht?

- Ich habe deine Website besucht.
- Ich habe deinen Netzauftritt besucht.

Ik ben naar je website gegaan.

Er besucht mich manchmal.

Hij bezoekt mij soms.

Der Mann besucht Moskau.

De man bezoekt Moskou.

Ich habe Dan besucht.

Ik ben bij Dan op bezoek geweest.

Tom hat Australien besucht.

- Tom bezocht Australië.
- Tom heeft Australië bezocht.

Sie hat niemanden besucht.

Ze bezocht niemand.

- Wann hast du New York besucht?
- Wann habt ihr New York besucht?
- Wann haben Sie New York besucht?

Wanneer zijt ge in New York geweest?

- Ich habe sie Sonntag früh besucht.
- Ich habe sie sonntags früh besucht.
- Ich habe sie am Sonntag morgens besucht.

- Ik heb haar zondagochtend bezocht.
- Ik bezocht haar op zondagochtend.

Das Konzert war gut besucht.

Het concert werd goed bezocht.

Sie hat mich regelmäßig besucht.

Ze bezocht me geregeld.

Meine Schwester besucht eine Universität.

Mijn zus gaat naar de universiteit.

Der Papst hat Brasilien besucht.

De paus bezocht Brazilië.

Viele Menschen haben Japan besucht.

Veel mensen hebben Japan bezocht.

Welche Oberschule hast du besucht?

Naar welke middelbare school ging jij?

Welche Länder hast du besucht?

Welke landen heb je bezocht?

Sie hat mich gestern besucht.

Ze heeft mij gisteren een bezoek gebracht.

Der Junge besucht seine Oma.

De jongen bezoekt zijn oma.

Tom besucht seine Tante oft.

Tom gaat vaak bij zijn tante op bezoek.

- Ich habe sie Sonntag früh besucht.
- Ich habe sie am Sonntag morgens besucht.

- Ik heb haar zondagochtend bezocht.
- Ik bezocht haar op zondagochtend.

Er hat viele Länder Asiens besucht.

Hij heeft veel landen in Azië bezocht.

Carol hat letzten Monat Boston besucht.

Carol heeft vorige maand Boston bezocht.

Sie haben ihre Eltern gestern besucht.

Ze hebben hun ouders bezocht gisteren.

Meine Freunde haben mich vorgestern besucht.

Mijn vrienden hebben me eergisteren bezocht.

Sie hat gestern ihre Tante besucht.

Ze heeft gisteren haar tante bezocht.

Ich habe Kioto drei Mal besucht.

Ik heb Kioto driemaal bezocht.

Das Konzert war sehr gut besucht.

Het concert was zeer goed bezocht.

Ich habe sie in Deutschland besucht.

Ik heb haar in Duitsland bezocht.

- Mein Onkel besucht mich von Zeit zu Zeit.
- Mein Onkel besucht mich ab und zu.

Mijn oom komt me af en toe opzoeken.

- Er hat letztes Jahr Kyōto besucht.
- Er hat voriges Jahr Kyōto besucht.
- Er hat im letzten Jahr Kyōto besucht.
- Er war im vergangenen Jahr in Kyōto.

Hij bezocht Kyoto vorig jaar.

Die Leute, die diese Region besucht haben,

De mensen die deze regio hebben bezocht,

Lucy hat mich vor drei Tagen besucht.

Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht.

- Sie hat niemanden besucht.
- Sie besuchte niemanden.

Ze bezocht niemand.

Der französische Präsident besucht nächsten Monat Japan.

De president van Frankrijk zal volgende maand Japan bezoeken.

Hast du den Tower von London besucht?

Heb je de Tower of London bezocht?

Ich habe sie am Sonntag morgens besucht.

- Ik heb haar zondagochtend bezocht.
- Ik bezocht haar op zondagochtend.

Sie hat ihn einmal im Jahr besucht.

- Ze bezocht hem eens per jaar.
- Ze bezocht hem eenmaal per jaar.

Mein Onkel besucht mich ab und zu.

- Mijn oom bezoekt mij af en toe.
- Mijn oom komt me af en toe opzoeken.

Vor einigen Jahren habe ich Rumänien besucht.

Ik heb Roemenië een aantal jaar geleden bezocht.

Ich habe Rumänien vor ein paar Jahren besucht.

Ik heb Roemenië een aantal jaar geleden bezocht.

Mein Onkel besucht mich von Zeit zu Zeit.

Mijn oom bezoekt mij af en toe.

Mein Vater fragte mich, wer ihn gestern besucht hatte.

Mijn vader vroeg me wie hem eergisteren bezocht had.

Mit meinem Wohnwagen habe ich schon viele Esperantokongresse besucht.

Met mijn caravan heb ik al dikwijls esperantocongressen bezocht.

- Er besucht mich manchmal.
- Er kommt mich manchmal besuchen.

Hij bezoekt mij soms.

Er hat uns oft besucht, als ich klein war.

Hij bezocht ons vaak toen ik klein was.

- Ich habe eine Moschee besucht.
- Ich besuchte eine Moschee.

- Ik heb een moskee bezocht.
- Ik bezocht een moskee.

Ich habe Rom zum ersten Mal in meinem Leben besucht.

Voor de eerste keer in mijn leven heb ik Rome bezocht.

Ich habe Städte wie New York, Chicago und Boston besucht.

Ik bezocht zulke steden als New York, Chicago en Boston.

Als ich im Ausland war, habe ich deinen Onkel besucht.

Toen ik in het buitenland was, heb ik uw oom bezocht.

- Als ich dich das erste Mal besucht habe, habe ich mich verlaufen.
- Als ich dich das erste Mal besucht habe, habe ich mich verfahren.

- Ik ben verloren gelopen vorige keer dat ik u bezocht.
- Ik ben verloren gelopen toen ik je voor het eerst bezocht.
- Ik ben verdwaald toen ik je de eerste keer bezocht.

- Ich besuchte sie in Deutschland.
- Ich habe sie in Deutschland besucht.

- Ik bezocht haar in Duitsland.
- Ik heb haar in Duitsland bezocht.

- Die Königin hat das Museum besucht.
- Die Königin besuchte das Museum.

De koningin bezocht het museum.

Wer besucht im Allgemeinen öfter seine Eltern, die Söhne oder die Töchter?

Wie bezoeken er in het algemeen vaker hun ouders: zonen of dochters?

- Ich habe vorgestern deinen Bruder gesehen.
- Ich habe vorgestern deinen Bruder besucht.

- Ik zag jouw broer eergisteren.
- Ik zag jullie broer eergisteren.

- Ich habe vorgestern deine Schwester gesehen.
- Ich habe vorgestern deine Schwester besucht.

- Ik zag jouw zus eergisteren.
- Ik zag jullie zus eergisteren.

Als ich das letzte Mal in China war, habe ich Shanghai besucht.

De laatste keer dat ik naar China ging, bezocht ik Shanghai.

Es ist schon viel Zeit vergangen, seit ich meine Großmutter besucht habe.

Er is al veel tijd voorbij sinds ik mijn grootmoeder bezocht heb.

- Tom besucht dieselbe Schule wie Maria.
- Tom geht auf dieselbe Schule wie Maria.

Tom gaat naar dezelfde school als Mary.

- Ich besuchte vor langer Zeit Paris.
- Ich habe Paris vor langer Zeit einmal besucht.

Ik bezocht Parijs een lange tijd geleden.