Examples of using "Mord" in a sentence and their dutch translations:
Dat is moord.
Sport is moord.
Elke religie verbied moord.
De politie doet onderzoek naar de moord.
Moord en diefstal zijn criminele daden.
De man heeft een moord gepleegd.
Tom kent het onderscheid niet tussen moord en doodslag.
Tom werd veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf voor medeplichtigheid aan moord.
Twee mannen zijn aangehouden in verband met de moord op Tom.
Dit is geen zelfmoord. Dit is een koelbloedige moord met voorbedachte rade.