Translation of "Lernten" in Dutch

Wir lernten Englisch.

We studeerden Engels.

Wir lernten Französisch.

- We hebben Frans geleerd.
- We leerde Frans.

Letztere lernten viel von Ersteren.

Zij leerden veel van politieke gevangenen.

Beim Spielen, lernten wir so viel.

En door te spelen, leerden we zo veel.

- Wir lernten Englisch.
- Wir haben Englisch gelernt.

- We hebben Engels gestudeerd.
- We studeerden Engels.

Gab es diejenigen, die nie zu lesen lernten.

waren er die nooit leerde lezen.

Alle in der Klasse lernten das Gedicht auswendig.

Iedereen in de klas leerde het gedicht uit het hoofd.

- Tom und Maria lernten sich auf einer Neujahrsfeier kennen.
- Tom und Maria haben sich bei einem Neujahrsfest kennengelernt.

Tom en Mary hebben elkaar op een nieuwjaarsfeestje ontmoet.