Examples of using "Läuft" in a sentence and their dutch translations:
Ze loopt.
Hij loopt.
- Mijn neus loopt.
- Ik heb een snotneus.
- Ik heb een loopneus.
- Je tijd raakt op.
- Uw tijd dringt.
- Hij vaart morgen.
- Zij vaart morgen.
- Mijn neus loopt.
- Ik heb een snotneus.
Alles verloopt vlot.
Hij loopt langzaam.
Het gaat geweldig!
De kachel brandt.
Uw neus loopt.
Hij loopt niet.
Tom stapt traag.
- Hij skatet.
- Hij is aan het skaten.
Je neus loopt.
De tijd raakt op.
de wastafel loopt over,
Hoe snel ze loopt!
Deze hond rent snel.
Hoe snel loopt hij?
Hij rent erg snel.
Wat is er op tv?
- Zij rent.
- Ze loopt.
Hij loopt voor mij.
Hoe gaat het met het werk?
Alles gaat volgens plan.
- Die jongen rent.
- Die jongen is aan het rennen.
Hij rent.
- Hij skatet.
- Hij is aan het skaten.
- Mijn neus loopt.
- Ik heb een snotneus.
wanneer ze gaan zoals we willen,
Maar als er iets verkeerd gaat ...
De tijd dringt.
water op de vloer,
- De dreumes loopt nog niet.
- De baby loopt nog niet.
Ze rent sneller dan ik.
- Het maakt niets uit.
- Het maakt geen verschil!
Deze computer werkt op batterijen.
Mijn tijd raakt op.
Hoe gaat het in Boston?
De zaken gaan traag.
Op mijn laptop draait Linux.
De zwarte kat rent snel.
Mijn laptop draait Linux.
Hoe gaat het in Australië?
Hoe gaat het werk? -Oké.
Tom stapt traag.
Ze loopt niet.
Neem een zakdoek, uw neus loopt.
- Het contract zal spoedig vervallen.
- Het contract loopt gauw af.
Wat gaat er niet?
Het werkt.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Hij loopt net zo snel als jij.
Er loopt een muis door de kamer.
De hond gaat over de weg.
Kumiko rent zo snel als Tom.
Jim loopt zo snel als Ron.
Hoe werkt dat?
Zo is het. Dit gebeurt in elke situatie.
Een hond loopt sneller dan een mens.
Het werkt hetzelfde in elk land.
Toms rijbewijs verloopt volgende maand.
Tom loopt niet zo snel als Bill.
De machine werkt de hele dag door.
Hij skiet elke winter in Hokkaido.