1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Konditor

Translation of "Konditor" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Konditor" in a sentence and their dutch translations:

Tom ist Konditor.

Tom is banketbakker.

Konditor zu werden, war mein Kindheitstraum.

Ik droomde er al van jongs af aan van om banketbakker te worden.

Wenn ich groß bin, möchte ich gern Konditor werden.

Als ik groot ben, wil ik graag banketbakker worden.

- In der Nähe des Bahnhofs soll eine leckere Bäckerei eröffnet haben!
- In der Nähe des Bahnhofs soll ein guter Konditor eröffnet haben!

Ik hoor dat er in de buurt van het station een lekkere banketbakker is geopend.