Examples of using "Kilogramm" in a sentence and their dutch translations:
Acht biljoen kilo.
kilogram, ton, hectogram,
George weegt minstens 70 kilo.
Deze zomer ben ik twee kilo aangekomen.
- Hij is tien kilogram zwaarder dan ik.
- Hij weegt tien kilo meer dan ik.
Tom wou voor de zomervakantie nog twee kilo afvallen.
Tweehonderdvijftig kilo is een uitzonderlijk gewicht, zelfs voor een sumoworstelaar.
Tom verloor 30 kilogram.
We kopen een kilo sperziebonen, twee kilo aardappelen, een krop sla, een halve kilo tomaten en twee komkommers.
- Hij is tien kilogram zwaarder dan ik.
- Hij weegt tien kilo meer dan ik.