Examples of using "Zugenommen" in a sentence and their dutch translations:
- Je bent aangekomen.
- Je bent dikker geworden.
- Hij is dikker geworden.
- Hij is aangekomen.
Tom is dikker geworden.
Maria is aangekomen.
- Ik ben wat aangekomen.
- Ik ben dikker geworden.
- Ik ben bijgekomen.
- Jullie worden dik.
- U wordt dik.
Ik ben drie kilo aangekomen.
De wereldbevolking is snel toegenomen.
Ik ben een beetje aangekomen.
Ik ben verzwaard.
Je lijkt wat te zijn aangekomen.
Ik ben de laatste tijd aangekomen.
Deze zomer ben ik twee kilo aangekomen.
Hij is aangekomen.
Tom is de laatste tijd veel aangekomen.
Ik ben aangekomen.
- Tom is aangekomen.
- Tom is dikker geworden.