Examples of using "Jagt" in a sentence and their dutch translations:
Hij houdt van jagen.
Tom jaagt graag.
Tom is een hertenjager.
Eerst dacht ik dat ze op de vissen jaagde.
Er wordt al eeuwen gejaagd op deze indrukwekkende herbivoren.
Er is een roofdier dat op tungarakikkers jaagt...
Ze moet op zichzelf passen als haar moeder aan het vissen is.