Examples of using "Islam" in a sentence and their dutch translations:
De islam arriveerde in de late negentiende eeuw in Suriname.
Sami en Layla wilden zich tot de islam bekeren.
Fadil omhelsde de islam op zijn 23ste.
De drie grote monotheïstische religies zijn het christendom, islam en het jodendom.
De drie grote monotheïstische godsdiensten zijn islam, jodendom en christendom.
De documentaire ging over een jonge vrouw die zich bekeerd had van de islam tot het christendom.