Translation of "Hinauf" in Dutch

Geh die Treppe hinauf.

Ga de trap op.

Sie stieg eine Leiter hinauf.

Ze beklom een ladder.

Tom steigt die Treppe hinauf.

Tom loopt de trap op.

Ich gehe die Treppe hinauf.

Ik ga de trap op.

Er lief die Treppe hinauf.

Hij liep de trap op.

Sie ging hinauf in ihr Schlafzimmer.

Ze ging de trap op naar haar slaapkamer.

Die Straße führt zum Dorf hinauf.

De straat gaat omhoog naar het dorp.

Tom blickte hinauf zu den Sternen.

Tom keek omhoog naar de sterren.

Sie ging schnell die Treppe hinauf.

Zij ging vlug de trap op.

Tom ging rasch die Treppe hinauf.

Tom liep snel de trap op.

Der Lehrer lief die Treppe hinauf.

- De docent liep de trap op.
- De docent rende de trap op.

Er ging langsam die Treppe hinauf.

Hij ging langzaam de trap op.

Die Kinder ziehen den Schlitten den Berg hinauf.

De kinderen trekken de slede op de berg.

- Geh diese Treppe hoch.
- Geh diese Stufen hinauf.

Ga deze trap op.

- Tom eilte die Treppe hinauf.
- Tom eilte nach oben.

Tom rende de trap op.

- Ich gehe die Treppen hoch.
- Ich gehe die Treppe hinauf.

Ik ga de trap op.

- Sie gingen die Treppe hinauf.
- Sie gingen treppauf.
- Sie gingen nach oben.

- Ze liepen naar boven.
- Zij liepen naar boven.
- Ze zijn naar boven gelopen.
- Zij zijn naar boven gelopen.

- Tom ging langsam die Treppe hinauf.
- Tom ging langsam die Stufen hoch.

Tom liep langzaam de traptreden op.

Entweder ich klettere das Seil hoch, oder ich verlasse die Höhle und steige den Felsen hinauf.

Ik klim daarin... ...of ik klim de rotsen op bij de ingang van de grot.