Examples of using "Gestorben" in a sentence and their dutch translations:
- Er is iemand gestorven.
- Iemand is overleden.
- Je was bijna dood.
- U was bijna dood.
- Jullie waren bijna dood.
- Zij is overleden.
- Ze stierf.
- Niemand stierf.
- Niemand is gestorven.
- Wie is dood?
- Wie is gestorven?
- Wie is overleden?
- Wie is er doodgegaan?
- Wie is er overleden?
Tom is gestorven.
- Er is iemand gestorven.
- Iemand is overleden.
- Maria stierf.
- Maria is gestorven.
Is Tom doodgegaan?
We zijn gestorven.
- Sami stierf.
- Sami is gestorven.
Ik stierf bijna ter plekke.
Hoeveel zijn er gestorven?
Die persoon is overleden.
Haar vader is overleden.
Tom is niet gestorven.
- Plots was hij dood.
- Hij stierf plotseling.
Tom is als gelukkig mens gestorven.
De melkboer stierf.
Michael Jackson is niet meer.
Tom is gisteren gestorven.
Hij stierf in 2013.
Wanneer is hij overleden?
Wanneer is zij overleden?
Hij stierf een natuurlijke dood.
Naar het schijnt, is hij hier gestorven.
overleefden onze verhalen,
Gelukkig is ze niet gestorven.
Hij is niet voor niets omgekomen.
- Tom is gestorven.
- Tom is overleden.
- Maciek heeft in december het leven verloren.
- Maciek overleed in december.
- Maciek is in December gestorven.
- Tom is in bed gestorven.
- Tom is in een bed gestorven.
Hij is onlangs overleden.
Hij is gestorven.
Ze is vorige week overleden.
Hij is aan longontsteking gestorven.
Drie van mijn kinderen zijn overleden.
Hij is gestorven aan longkanker.
Tom stierf niet vergeefs.
De ridderlijkheid is niet dood.
Hij is gestorven aan kanker.
Taro is twee jaar geleden gestorven.
Hij stierf 3 dagen daarna.
Mijn vader stierf aan longkanker.
Zijn zoon is het afgelopen jaar gestorven.
De moeder van Cookie is aan kanker gestorven.
Deze professor is vorig jaar overleden.
Tom is anderhalf jaar geleden overleden.
Hij is drie jaar geleden overleden.
Zijn broer is afgelopen maand overleden.
De moeder van onze collega is overleden.
Maria stierf voor haar land.
- Zij is dood.
- Ze is dood.
Ze stierf nog voor ik er aankwam.
Spijtig genoeg is de dichter jong gestorven.
Ik weet dat Tom is gestorven.
- Hoeveel zijn er gestorven?
- Hoeveel doden?
Mijn vader is twee jaar geleden overleden.
- Tom stierf alleen.
- Tom is alleen gestorven.
Mijn vader stierf vier jaar geleden.
Jij bent niet degene die stierf.
Zijn oom stierf vijf jaar geleden.
Zijn oudere broer is afgelopen maand overleden.