Examples of using "Gingst" in a sentence and their dutch translations:
- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?
- Waar waren jullie?
- Waar ging je heen?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar ging je net heen?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?
- Je stak de straat over.
- Jullie staken de straat over.