Examples of using "Geister" in a sentence and their dutch translations:
Geesten bestaan.
Bestaan er geesten?
Bestaan spoken echt?
- Hij kan spoken zien.
- Hij kan geesten zien.
Geloof je echt in spoken?
Spoken kunnen mensen bezitten.
Tom zegt dat spoken niet bestaan.
Geloof jij echt dat spoken bestaan?
Men zegt dat er in dit bos spoken zitten.
Geloof je echt in spoken?
Tegenwoordig gelooft niemand in spoken.
- Zijn er in Europa veel mensen die zelfs nu in geesten geloven?
- Zijn er in Europa veel mensen die nog in spoken geloven?
Geloof je in spoken?
- Zijn er veel mensen in Europa die zelfs nu nog in spoken geloven?
- Zijn er in Europa veel mensen die zelfs nu in geesten geloven?
- Zijn er in Europa veel mensen die nog in spoken geloven?