Translation of "Glaubst" in Dutch

- Glaubst du an Horoskope?
- Glaubst du Horoskopen?

Geloof jij in horoscopen?

- Glaubst du an mich?
- Glaubst du mir?

Gelooft gij mij?

- Glaubst du an UFOs?
- Glaubst du an Ufos?

Geloof jij in ufo's?

Glaubst du ihm?

Geloof je hem?

Glaubst du mir?

Gelooft gij mij?

- Glaubst du wirklich an Geister?
- Glaubst du wirklich an Gespenster?

Geloof je echt in spoken?

- Glaubst du an Außerirdische?
- Glaubst du, dass es Außerirdische gibt?

Geloof jij in buitenaardse wezens?

Glaubst du an Gespenster?

Geloof je in spoken?

Glaubst du an Zauberei?

Geloof je in magie?

Glaubst du an Außerirdische?

Geloof jij in buitenaardse wezens?

Glaubst du an Feen?

Geloof je in feeën?

Glaubst du an UFOs?

Geloof jij in ufo's?

Glaubst du mir nicht?

Geloof je me niet?

Glaubst du an Wunder?

Geloof jij in wonderen?

Warum glaubst du das?

Waarom denk je dat?

Glaubst du Tom noch?

Geloof je Tom nog?

Warum glaubst du Tom?

Waarom geloof je Tom?

Glaubst du es nun?

Geloof je het nu?

Glaubst du an das Schicksal?

Geloof je in het lot?

Warum glaubst du mir nicht?

Waarom geloof je me niet?

Glaubst du an den Osterhasen?

Geloof je in de paashaas?

Glaubst du wirklich an Geister?

Geloof je echt in spoken?

Glaubst du an den Weihnachtsmann?

- Geloof je in de kerstman?
- Gelooft u in de kerstman?
- Geloven jullie in de kerstman?

Warum glaubst du ihr nicht?

Waarom geloof je haar niet?

Glaubst du, du hast Fieber?

- Heb je het gevoel dat je koorts hebt?
- Hebt u het gevoel dat u koorts hebt?

- Glaubst du an Gott?
- Glauben Sie an Gott?
- Glaubst du an einen Gott?

Geloof jij in God?

Glaubst du, dass Fische hören können?

Denkt ge dat vissen kunnen horen?

Was glaubst du, wo Tom ist?

Waar denk je dat Tom is?

Was, glaubst du, ist hier geschehen?

Wat denk je dat er hier gebeurd is?

Warum glaubst du nicht an Gott?

Waarom geloof jij niet in God?

Glaubst du, was er gesagt hat?

Geloof je wat hij zei?

Glaubst du, Tom hat uns gesehen?

- Denkt u dat Tom ons gezien heeft?
- Denken jullie dat Tom ons gezien heeft?
- Denk jij dat Tom ons gezien heeft?

Was, glaubst du, sind meine Stärken?

Wat zijn volgens jou mijn sterke punten?

Glaubst du, dass dich Tom liebt?

Denk je dat Tom verliefd is op je?

Das glaubst du ja selbst nicht.

Dat geloof je zelf niet.

Was glaubst du, was ich denke?

Wat denk je dat ik denk?

- Glaubst du an Gespenster?
- Glaubt ihr an Gespenster?
- Glauben Sie an Gespenster?
- Glaubst du an Geister?

Geloof je in spoken?

Glaubst du, dass der Krieg beginnen wird?

Denk je dat de oorlog zal uitbreken?

Was glaubst du, was sie tun wird?

Wat denk je, wat zou ze gaan doen?

Glaubst du wirklich, dass Tom glücklich ist?

- Denkt u echt dat Tom gelukkig is?
- Denken jullie echt dat Tom gelukkig is?
- Denk je echt dat Tom gelukkig is?

Glaubst du, dass es den Weihnachtsmann gibt?

Denk jij dat de Kerstman nog bestaat?

Glaubst du etwa, das ist mir gleich?

Denk je echt dat dat me koud laat?

Was glaubst du, was das hier ist?

Wat denk je dat dit is?

Glaubst du nicht, dass sie das weiß?

Gelooft ge niet dat ze het weet?

Glaubst du, Tom könnte ein Außerirdischer sein?

Denk je dat Tom een buitenaards wezen zou kunnen zijn?

Glaubst du, dass so etwas möglich ist?

Denk je dat zoiets mogelijk is?

Glaubst du, dass die Europäische Union auseinanderbricht?

Denk je dat de Europese Unie uiteenvalt?

Glaubst du wirklich, dass es Geister gibt?

Geloof jij echt dat spoken bestaan?

Das ist trotzdem traurig, glaubst du nicht?

Dat is nochtans treurig, vind je niet?

Glaubst du, Tom wird mir einmal vergeben?

Denk je dat Tom me ooit zal vergeven?

Und du glaubst, du stehst vor etwas Außergewöhnlichem.

Je bent vlak bij iets buitengewoons.

Glaubst du nicht, dass er viele Fehler hat?

Denkt ge niet dat hij veel gebreken heeft?

Was glaubst du, wer wird das Turnier gewinnen?

- Wie denk je dat het toernooi gaat winnen?
- Wie denk je dat het toernooi zal winnen?

- Glauben Sie an Engel?
- Glaubst du an Engel?

- Geloof je in engelen?
- Gelooft u in engelen?

Glaubst du wirklich, dass mich das kalt lässt?

Denk je echt dat dat me koud laat?

Was glaubst du, mit wem du hier sprichst?

Tegen wie denk je dat je het hebt?

- Wieso glauben Sie das?
- Warum glaubst du das?

- Waarom denkt ge dat?
- Waarom denk je dat?

Glaubst du, ich weiß nicht, was das ist?

Denk je dat ik niet weet wat dat is?

- Glaubst du an Wunder?
- Glauben Sie an Wunder?

Geloof jij in wonderen?

Glaubst du, dass Fernsehen schlecht für Kinder ist?

Denkt ge dat tv-kijken slecht is voor kinderen?

Glaubst du, dass Tom uns tatsächlich helfen wird?

Denk je dat Tom ons echt zal helpen?

Glaubst du, du bist allein auf der Welt?

Denk je dat je alleen op de wereld bent?

Glaubst du, dass ein Missverständnis im Spiel ist?

Denk je dat er sprake is van een misverstand?

- Was glaubst du, dass hier geschehen ist?
- Was ist deiner Meinung nach hier geschehen?
- Was, glaubst du, ist hier geschehen?

Wat denk je dat er hier gebeurd is?

Dass du aufhörst, alles zu denken, was du glaubst --

zodat je ophoudt met alles te denken wat je gelooft --