Examples of using "Füller" in a sentence and their dutch translations:
Is dit jouw pen?
Mijn pen is nieuw.
Waar is de pen?
Dat is mijn pen niet.
Ik heb tien pennen.
Tom heeft me een vulpen gegeven.
Ik schrijf graag met een vulpen.
Ik denk eraan een nieuwe vulpen te kopen.
Oeps, er zit geen ink meer in mijn vulpen.
Schrijf met een pen, niet met een potlood.
Dit is een pen.
Schrijf alstublieft met een pen.
Als je een pen nodig hebt, zal ik je er een uitlenen.
Dit is dezelfde pen die ik gisteren ben kwijtgeraakt.
Ik heb een envelop, papier en een potlood of pen nodig.
Zijn hand beefde toen hij de vulpen nam om te ondertekenen.
- Hebt u een pen?
- Hebt u een balpen?
- Heb je een pen?
- Heeft u een pen?
- Hebben jullie een pen?
Mag ik je pen lenen?
Hoeveel kost deze pen?