Translation of "Ernähren" in Dutch

Trotzdem ernähren sie sich weiter.

Maar ze kunnen zich wel blijven voeden.

Wir Japaner ernähren uns von Reis.

Wij Japanners voeden ons met rijst.

Ist es teurer, sich gesund zu ernähren?

Is het duurder om gezond te eten?

Kürzlich wurde entdeckt, wie sie sich nachts ernähren.

Een recente ontdekking heeft onthuld hoe ze zich 's nachts voeden.

Ich arbeitete hart, um meine Familie zu ernähren.

Ik heb hard gewerkt om mijn familie te onderhouden.

Wale ernähren sich von Plankton und kleinen Fischen.

Walvissen voeden zich met plankton en kleine vissen.

- Robben fressen Fische.
- Robben ernähren sich von Fisch.

Zeehonden eten vis.

Zu dieser Jahreszeit ernähren sie sich sonst von Kiefernnadeln.

Rond deze tijd van het jaar eten ze meestal dennennaalden.

Er hat eine Frau und zwei Kinder zu ernähren.

Hij heeft een vrouw en twee kinderen te onderhouden.

Er arbeitet schwer, um seine große Familie zu ernähren.

Hij werkt hard om zijn groot gezin te onderhouden.

Was soll das werden? Willst du dich von nichts ernähren?

Wat doe je? Omhels je jezelf om zout te krijgen?

Hörnchen ernähren sich von Samen und Nüssen sowie von Insekten und Pilzen.

Eekhoorntjes eten zaden en noten, maar ook insecten en paddenstoelen.

Da alle drei großen Appetit haben, wird es schwierig sein, die Familie zu ernähren.

Met drie grote eetlusten om te stillen... ...krijgt ze het nog lastig.

Und die Fische ernährten sich von ihm. Viele Aasfresser kommen, um sich von ihm zu ernähren.

En de vissen eten van haar. Veel aaseters komen van haar eten.

„Ich will mich jetzt nur noch vegan ernähren. Welche Bücher kann man dafür empfehlen?" „Eigentlich egal — Bücher schmecken fast alle gleich."

"Ik wil vanaf nu alleen nog maar veganistisch eten. Welke boeken zijn daarvoor aan te raden?" "Dat maakt eigenlijk niet uit - Boeken smaken bijna allemaal hetzelfde."