Translation of "Hart" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Hart" in a sentence and their dutch translations:

- Er hat hart gearbeitet.
- Er arbeitete hart.

- Hij heeft hard gewerkt.
- Hij werkte hard.

Eisen ist hart.

IJzer is hard.

John arbeitet hart.

John werkt hard.

Sie arbeitete hart.

Ze werkte hard.

Er arbeitete hart.

Hij werkte hard.

Gute Studenten studieren hart.

Goede studenten studeren hard.

Sie arbeitet sehr hart.

Ze werkt erg hard.

Das Ei ist hart.

Het ei is hard.

Das war hart wie Stein.

Het was steenhard.

Sie schlug den Ball hart.

Ze sloeg hard op de bal.

Sie müssen sehr hart arbeiten.

- Werk heel hard.
- Je moet heel hard werken.

Der Job war echt hart.

Het werk was echt moeilijk.

Menschen in Taiwan arbeiten hart.

- Er wordt in Taiwan hard gewerkt.
- De mensen in Taiwan werken hard.

Diese Matratze ist sehr hart.

Dit is een zeer harde matras.

Du musst sehr hart arbeiten.

Je moet heel hard werken.

- Papa ist ein Mann, der hart arbeitet.
- Vater ist ein Mensch, der hart arbeitet.

Papa is een man die hard werkt.

Unternehmen wie Gro arbeiten hart daran.

Bedrijven zoals Gro werken hard om dit waar te maken.

- Sie arbeitete hart.
- Sie arbeitete angestrengt.

Ze werkte hard.

- Das ist schwer.
- Das ist hart.

Dit is moeilijk.

Papa ist ein Mann, der hart arbeitet.

Papa is een man die hard werkt.

Die Chinesen sind ein hart arbeitendes Volk.

De Chinezen zijn een hardwerkend volk.

Dieses Brot ist so hart wie Stein.

Dit brood is zo hard als steen.

Ich mag sehr gern hart gekochte Eier.

Ik hou erg van hardgekookte eieren.

Tom arbeitet nicht so hart wie sonst.

Tom werkt niet zo hard als voorheen.

- Sie hat hart gearbeitet, um Geld zu sparen.
- Sie arbeitete hart, um Geld beiseite legen zu können.

Ze werkte hard om geld te kunnen sparen.

Menschen, die flussabwärts leben wird es hart treffen.

Mensen stroomafwaarts zullen ook zwaar getroffen worden.

Als Elternteil hat meine Mutter sehr hart gearbeitet --

Mijn moeder werkte heel hard

- Du arbeitest zu hart.
- Du arbeitest zu schwer.

Je werkt te hard.

- Es war steinhart.
- Das war hart wie Stein.

- Het was steenhard.
- Het was keihard.
- Het was zo hard als een kei.
- Het was bikkelhard.

- Das war hart wie Stein.
- Er war steinhart.

- Het was steenhard.
- Dat was keihard.

- Ihre Muskeln sind steif.
- Ihre Muskeln sind hart.

Hun spieren zijn stijf.

Ich arbeite jeden Tag hart in einem Hotel.

Ik werk elke dag hard in een hotel.

Das Leben ist hart, aber ich bin härter.

Het leven is hard, maar ik ben harder.

Ich arbeitete hart, um meine Familie zu ernähren.

Ik heb hard gewerkt om mijn familie te onderhouden.

- Das Leben ist schwer.
- Das Leben ist hart.

Het leven is moeilijk.

Unser Team hat die letzten Jahre hart daran gearbeitet,

Ons team werkte de afgelopen jaren hard

Sie arbeiteten hart, sie scheiterten und versuchten es erneut.

Ze werkten hard, ze faalden en probeerden het opnieuw.

Die Wüste ist ganz schön hart und voller Herausforderungen.

Onthoud, de woestijn is hard. Hij is vol uitdagingen.

Ich hatte lange Zeit hart gearbeitet und war erschöpft.

Ik had lang hard gewerkt en ik had mezelf uitgeput.

Das Leben hier ist sehr hart und noch heute

Het leven is zwaar hier, en zelfs nu

Er hat hart gearbeitet, um seine Familie zu unterstützen.

Hij heeft hard gewerkt om zijn familie te onderhouden.

Ich habe hart gearbeitet, um meine Familie zu unterstützen.

Ik heb hard gewerkt om mijn familie te onderhouden.

Ich muss für mein Geld hart arbeiten, weißt du.

Ik moet hard werken voor mijn geld, weet je.

, um ihre hart erkämpften Gewinne weiterzuverfolgen, explodierte er vor Wut:

om hun zwaarbevochten winsten op te volgen, barstte hij uit van woede:

"Soults Charakter ist hart und vor allem egoistisch", schrieb einer, "

"Het karakter van Soult is moeilijk, en vooral egoïstisch", schreef iemand, "Hij heeft

Maria hat so hart gearbeitet, dass sie krank geworden ist.

Maria heeft zo hard gewerkt dat ze er ziek van is geworden.

Du arbeitest zu hart. Lass es ein Weilchen ruhig angehen.

Je werkt te hard, doe het een tijdje rustig aan.

- Sie strengen sich an.
- Sie arbeiten tüchtig.
- Sie arbeiteten hart.

Ze werken hard.

- Ich mag sehr gern hart gekochte Eier.
- Ich esse sehr gerne hartgekochte Eier.

Ik hou erg van hardgekookte eieren.

Soult, der alte Bohrlehrer, verhängte strenge Disziplin und trainierte seine Männer hart. Er erhielt

Soult, de oude boorinstructeur, legde strikte discipline op en trainde zijn mannen hard, wat

- Ich hatte den ganzen Tag hart gearbeitet, also war ich sehr müde.
- Ich hatte den ganzen Tag schwer gearbeitet; daher war ich sehr müde.

- Ik werkte de hele dag hard, dus was ik erg moe.
- Ik had de hele dag hard gewerkt, en dus was ik heel moe.

- Wir in Amerika glauben, dass jemand, der sein Leben lang hart gearbeitet und verantwortungsvoll gehandelt hat, mit einer Aussicht auf einen sicheren, würdevollen Ruhestand belohnt werden sollte.
- In Amerika glauben wir, dass jemand, der sein Leben lang hart gearbeitet und verantwortungsvoll gehandelt hat, mit einer Aussicht auf einen sicheren, würdevollen Ruhestand belohnt werden sollte.

In Amerika zijn we van mening dat een leven lang hard werken en verantwoordelijkheid moet worden beloond met een kans op een veilig, waardig pensioen.

Die Deutschen haben eine unmenschliche Art und Weise, ihre Verben zu zerschneiden. Ein Verb hat es nun ohnehin schon hart genug auf dieser Welt, wenn es vollständig ist. Es ist schlichtweg unmenschlich es zu zerteilen. Aber genau das ist es, was die Deutschen tun. Sie nehmen einen Teil eines Verbs und setzen ihn hier hin, wie einen Wetteinsatz, und nehmen dann den anderen Teil und setzen ihn da drüben hin, wie einen anderen Einsatz, und zwischen diese beiden Grenzen schaufeln sie einfach Deutsch.

Het is onmenselijk hoe de Duitsers hun werkwoorden in stukken snijden. Een werkwoord heeft het in deze wereld al moeilijk genoeg om in één stuk te blijven. Het is ronduit barbaars om het te splitsen. Maar dat is precies wat die Duitsers doen. Ze nemen een deel van een werkwoord en leggen het hier neer, als een staak, nemen vervolgens het andere deel van het werkwoord en leggen het, als een andere staak, ginder aan de overkant en tussen die twee limieten scheppen ze nog maar een hoop Duits.