Translation of "Echt" in Dutch

Echt?

- Echt?
- Echt waar?
- Is dat zo?
- Zit dat zo?
- Echt!?
- Serieus!?
- Is dat waar?

- Wirklich?
- Echt?

Echt?

Was? Echt?

Wat? Echt?

Echt? Warum?

- Echt? Waarom?
- Echt? Hoezo?

- Wirklich?
- Echt?
- Ernsthaft?
- Im Ernst?
- Tatsächlich?
- Echt jetzt?

Echt?

Ist das echt?

Is dat zo?

- Wirklich?
- Echt?
- Die Wahrheit?
- Ernsthaft?
- Im Ernst?
- Tatsächlich?
- Echt jetzt?

- Echt?
- Echt waar?
- Zit dat zo?

- Willst du das echt machen?
- Willst du das echt tun?

- Wil je dat echt doen?
- Wil je dit echt doen?
- Wilt u dit werkelijk doen?

Das hier ist echt.

dit is echt.

- Wirklich?
- Echt?
- Sag bloß!

- Echt?
- Echt waar?

Der Artikel ist echt.

Het artikel is authentiek.

Er war echt freundlich.

Hij was erg vriendelijk.

Du bist echt sammelwütig.

Je lijdt echt aan verzamelwoede.

Er las echt viel.

- Hij las erg veel.
- Hij las echt veel.

- Wirklich? Warum?
- Echt? Warum?

- Echt? Waarom?
- Echt? Hoezo?
- Serieus? Waarom?

Das ist echt schade.

- Jammer.
- Wat jammer!
- Dat is jammer.

- Wirklich?
- Echt?
- Im Ernst?

Echt?

Das ist echt traurig.

Dat is echt bedroevend.

Ich war echt traurig.

Ik was echt verdrietig.

Macht Tom das echt?

Doet Tom dat echt?

Ich bin echt durstig.

Ik heb zo'n dorst.

Sind diese Blumen echt?

Zijn deze bloemen echt?

Ich bin echt glücklich!

Ik ben echt gelukkig!

Ihr seid echt sexy.

Jullie zijn erg sexy.

Ihr seid echt verrückt.

Jullie zijn echt gek.

Willst du echt nichts?

Wil je echt niets?

4219 ist echt eine Unglückszahl.

- 4219 is een zeer ongelukkig getal.
- 4219 is echt een ongeluksgetal.

Dieses Buch ist echt alt.

Dat boek is echt oud.

Es ist echt windig heute.

Het is erg winderig vandaag.

Dean isst echt viel, oder?

Dean eet echt veel, vind je niet?

- Wirklich?
- Echt?
- Ernsthaft?
- Im Ernst?

- Echt?
- Echt waar?

Du bist echt zum Kotzen!

Je bent echt walgelijk!

Kann der Bericht echt sein?

Kan het verslag waar zijn?

Sein Auto ist echt toll.

Zijn auto is echt gaaf.

Dieses Buch ist echt alt!

Dit boek is echt oud!

Dieser Pinguin ist echt süß!

Deze pinguïn is heel schattig.

Dieser Diamant ist nicht echt.

Deze diamant is nep.

Du bist echt große Klasse!

Je bent echt geweldig.

Die Diamanten sind nicht echt.

Deze diamanten zijn niet echt.

Der Job war echt hart.

Het werk was echt moeilijk.

Dieses Buch ist echt langweilig.

Dit boek is echt saai.

- Bist du sicher?
- Wirklich?
- Echt?

- Echt?
- Echt waar?

Tom ist echt ein Esel!

Tom is echt onnozel, nietwaar?

Die, die echt gar nichts haben.

De echt armlastigen.

Die Krawatte passt dir echt gut.

Die das zit je echt goed.

Diese Perlen sind echt, nicht künstlich.

Deze parels zijn echt, niet kunstmatig.

- Wirklich?
- Echt?
- Ernsthaft?
- Im Ernst?
- Tatsächlich?

Echt?

- Wirklich? Warum?
- Wirklich? Wieso?
- Echt? Warum?

- Echt? Waarom?
- Echt? Hoezo?

Du solltest echt deine Zündkerzen austauschen.

Je zou je bougies echt moeten vervangen.

Sein Verhalten hat mich echt überrascht.

Zijn gedrag verbaasde me werkelijk.

- Das nervt echt.
- Das stört wirklich.

Het is erg vervelend.

Wir sind echt stolz auf Tom.

We zijn echt trots op Tom.

- Sein Auto ist echt toll.
- Sein Auto ist echt schnieke.
- Sein Auto ist wirklich chic.

Zijn auto is echt gaaf.

- Ist das wahr?
- Echt?
- Stimmt das wirklich?

Is dat waar?

- Ohne Scheiß!?
- Wirklich?
- Echt?
- Ernsthaft?
- Im Ernst?

- Meen je 't?
- Echt!?
- Serieus!?

Jetzt bin ich ein echt alter Mann.

Nu ben ik een oude man.

Dein Papa ist echt ein toller Typ.

Je vader is echt cool.

Ich kann die Frage echt nicht verstehen.

Ik versta die vraag echt niet.

Maria ist Schriftstellerin. Sie ist echt gut.

Maria is een auteur. Ze is echt goed.

- Echt? Das habe ich nicht gemerkt.
- Echt? Das ist mir nicht aufgefallen.
- Ernsthaft? Ich habe nichts gemerkt.

- Echt waar? Dat had ik niet gemerkt.
- Serieus? Dat was me niet opgevallen.

- Das ist echt traurig.
- Das ist wirklich traurig.

Dat is echt bedroevend.

Du siehst echt blass aus. Ist alles in Ordnung?

- Je ziet er erg bleek uit. Gaat het wel?
- Je ziet er erg bleek uit. Voel je je goed?

Das ist echt eine ganz leckere Suppe, nicht wahr?

Het is echt heel lekkere soep, niet?

Ich bin echt froh, dass wir uns kennengelernt haben.

Ik ben echt blij dat wij elkaar hebben leren kennen.

Ich sehe keine Möglichkeit, dass die Gedichte echt sein könnten.

Ik zie niet in dat de gedichten echt kunnen zijn.

Du brauchst neun Stunden Schlaf! Du bist echt ein Murmeltier.

Je hebt negen uur slaap nodig! Je bent echt een marmot.

Zieh' nicht so ein Gesicht, die Suppe ist echt lecker.

Trek niet zo'n vies gezicht, die soep is echt heel lekker.

Mann bist du doof! Ich muss dir echt alles erklären!

- Man, wat ben je dom! Ik moet je alles uitleggen!
- God, wat een idioot ben je toch! Ik moet je alles uitleggen.

- Er bringt mich wirklich in Rage.
- Er macht mich echt wütend.

Hij maakt me echt boos.

- Es ist echt windig heute.
- Es ist heute ganz schön windig.

Het is erg winderig vandaag.

Meine neuen Stiefel sind echt Leder und haben ziemlich hohe Absätze.

Mijn nieuwe laarzen zijn van echt leer en hebben nogal hoge hakken.

- Dieses Buch ist echt alt.
- Dieses Buch ist wirklich ausgesprochen alt.

Dat boek is echt oud.

Ich habe ein echt wichtiges Buch geschrieben. Aber keine Sau kauft es.

Ik heb een echt belangrijk boek geschreven maar geen hond koopt het.

Es fühlte sich für mich nicht richtig, nicht echt, nicht ehrlich an.

Het voelde niet goed, zo gekunsteld, zo gemaakt.