Examples of using "Cool" in a sentence and their dutch translations:
- Fantastisch!
- Gaaf!
- Geweldig!
- Cool!
- Briljant!
Blijf koel.
- Rustig.
- Ontspan je.
- Rustig maar.
Ik ben cool.
- Is dit cool?
- Is dit gaaf?
Wetenschap is cool.
Tom bleef kalm.
Supergaaf.
- Ze zien er cool uit.
- Zij zien er cool uit.
- Ze zien er gaaf uit.
- Zij zien er gaaf uit.
Dit is niet cool.
- Tom ziet er gaaf uit.
- Tom ziet er cool uit.
Dat is erg cool!
Jouw ouders zijn cool.
Blijf rustig.
Ziet iedereen dat? Gaaf, nietwaar?
Best gaaf om te zien.
- Tom is erg knap.
- Tom is zo cool.
Mijn leven is niet cool.
- Da's niet gek!
- Cool!
Blijf koel.
En best cool om te zien.
- Ontspan u!
- Rustig.
- Rustig aan.
En best cool om te zien.
- Doe het rustig aan!
- Doe het rustig!
- Rustig aan.
- Rustig maar.
Het is cool voor mannen om mij te volgen
Dit is niet goed.
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Dat zou cool zijn als ik tien talen kon spreken.
- Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
- Hé, jij kunt blind tikken. Prachtig!
Ik draag geen zonnebril om er cool uit te zien, maar om niet gearresteerd te worden.