Examples of using "Bleib" in a sentence and their dutch translations:
Blijf rustig.
Blijf!
Stop.
Blijf hier!
Blijf liggen!
Blijf sterk!
- Blijf rustig.
- Houd je rustig.
- Hou je rustig.
- Blijf kalm.
- Blijf stil.
- Blijf koel.
Blijf kalm!
Blijf hier.
Blijf dun.
- Houd je mond.
- Hou je mond!
- Zwijg!
- Wees stil!
- Blijf stil.
- Kop dicht!
- Hou je wat in!
- Kalm maar!
- Rustig.
- Ontspan je.
- Rustig maar.
- Blijf liggen.
- Blijf laag.
Blijf!
Blijf bij ons.
Blijf nog even.
Blijf bij mij.
Blijf daar staan.
- Blijf nog even zitten.
- Blijf nog even.
Blijf daar!
Blijf bij Tom.
Blijf zitten alsjeblieft.
Blijf wat langer.
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
Blijf hier bij ons.
Blijf wat langer.
- Blijf positief.
- Blijf optimistisch.
Ik blijf.
Blijf in je kamer.
Blijf hier!
Blijf staan!
- Hou vol!
- Houd vol!
- Blijf hier met mij.
- Blijf hier bij mij.
Blijf dichtbij.
Blijf hier bij mij.
- Schoenmaker, blijf bij je leest.
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
Schoenmaker, blijf bij uw leest.
Schoenmaker, blijf bij uw leest.
Blijf hier!
Blijf wakker.
Schoenmaker, blijf bij uw leest.
Blijf kalm.
Blijf hier tot ik terugkom.
- Blijf uit de buurt!
- Blijf weg!
Kom snel terug.
Blijf gewoon op dit pad.
Blijf koel.
Niet bewegen, blijf hier.
Niet bewegen, blijf hier.
Niet bewegen, blijf hier.
Stop daar.
Blijf thuis.
Blijf bij haar in deze kamer.
Blijf hier en blijf kalm.
Blijf bij Tom.
- Stop hier.
- Blijf hier staan.
- Blijf weg.
- Blijf uit de buurt.
- Blijf hier weg.
Blijf erbij!
Wees ernstig.
Blijf staan!
Blijf dichtbij.
Wat een snertweer vandaag! Ik blijf lekker binnen.