Examples of using "Ben" in a sentence and their dutch translations:
Bin woonde in Singapore.
- De advocaat verwachtte Ben.
- De advocaat wachtte op Ben.
Ben stak zijn handen in zijn broekzakken.
MR: Mooi. Hier zijn José en Ben
Ben heeft geleerd hoe hij vuur kan maken zonder lucifers.
Hij twijfelde er niet aan dat Ben iets te maken had met de misdaad.