Examples of using "Aufgehängt" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn computer hangt vast.
- Mijn computer is vastgelopen.
Mijn computer is vastgelopen.
Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!
Ze hing de kalender aan de muur.
Ze hing de kalender aan de muur.
Oei, het regent! Wat nu? Ik heb juist de was uitgehangen.