Examples of using "Angewohnheit" in a sentence and their dutch translations:
Roken is een slechte gewoonte.
Jullie moeten van die gewoonte af.
Hij had de gewoonte om vroeg op te staan.
Liegen is een heel slechte gewoonte.
Ze heeft de gewoonte om oude brieven te bewaren.
Het is een goede gewoonte om een dagboek bij te houden.
Ze heeft de gewoonte om op haar nagels te bijten.
- Tussen de maaltijden door eten is een slechte gewoonte.
- Snacken is een slechte gewoonte.
Hij heeft de gewoonte op zijn hoofd te krabben.
Tussen de maaltijden door eten is een slechte gewoonte.
John heeft de gewoonte tot laat in de nacht wakker te blijven.
Hij heeft de gewoonte om de krant tijdens de maaltijden te lezen.
Ik had de gewoonte mij voor Tom uit te geven.
"Sterk karakter, standvastigheid, energie, heeft de gewoonte om oorlog te voeren, geliefd bij zijn mannen en gelukkig."
John heeft de gewoonte om tot middernacht op te blijven.
Van een vastgeroeste slechte gewoonte komt men maar moeilijk weer af.
Ik ben niet gewoon mijn gevoelens te tonen.