Translation of "Zeitig" in Dutch

Stehe morgen früh zeitig auf!

Sta morgen vroeg op!

Er hatte die Angewohnheit, zeitig aufzustehen.

Hij had de gewoonte om vroeg op te staan.

Heute bin ich sehr zeitig aufgestanden.

Ik ben vandaag heel vroeg wakker geworden.

Ich bin es nicht gewohnt, zeitig aufzustehen.

Ik ben niet gewoon vroeg op te staan.

Er wollte zeitig von seiner Frau geweckt werden.

- Hij wilde dat zijn vrouw hem 's morgens vroeg zou wakker maken.
- Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.

Meine Schwester Susan steht jeden Morgen zeitig auf.

Mijn zuster Susan staat elke morgen vroeg op.

Tom und Maria müssen morgen früh zeitig aufstehen.

Tom en Mary moeten vroeg op morgenochtend.

- Tom stand früh auf.
- Tom stand zeitig auf.

Tom is vroeg opgestaan.

Bill stand zeitig auf, um den ersten Zug zu nehmen.

Bill stond vroeg op om de eerste trein te halen.

Du siehst erschöpft aus. Du solltest dich besser zeitig schlafen legen.

Omdat je er vermoeid uitziet is het beter om snel te gaan slapen hoor.

- Ich bin es nicht gewohnt, zeitig aufzustehen.
- Ich bin es nicht gewohnt, früh aufzustehen.

Ik ben niet gewoon vroeg op te staan.

- Ich werde morgen früh aufstehen.
- Morgen stehe ich früh auf.
- Morgen stehe ich zeitig auf.

Morgen sta ik vroeg op.

- Du solltest früh zu Bett gehen.
- Du gehst besser zeitig zu Bett.
- Du solltest früh schlafen gehen.

Je moet vroeg naar bed gaan.