Translation of "Briefe" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Briefe" in a sentence and their dutch translations:

Ich schrieb Briefe.

Ik schreef brieven.

Tom schreibt Briefe.

Tom schrijft brieven.

Ich schreibe keine Briefe.

Ik schrijf geen brieven.

- Wer hat diese beiden Briefe geschrieben?
- Wer schrieb diese beiden Briefe?

- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft die twee brieven geschreven?

- Vergiss bitte nicht, die Briefe aufzugeben.
- Bitte denk daran, die Briefe abzuschicken.
- Vergessen Sie bitte nicht, die Briefe zu verschicken!
- Vergiss bitte nicht, die Briefe zu verschicken!
- Vergiss bitte nicht, die Briefe einzuwerfen!

Vergeet niet de brieven te versturen alstublieft.

- Hast du meine Briefe nicht gekriegt?
- Hast du meine Briefe nicht bekommen?

Heb je mijn brieven niet gekregen?

Hast du meine Briefe bekommen?

- Heb je mijn brieven ontvangen?
- Heeft u mijn brieven ontvangen?
- Hebben jullie mijn brieven ontvangen?

Tom öffnete alle drei Briefe.

Tom opende alle drie de brieven.

Mein Onkel schreibt nie Briefe.

Mijn oom schrijft nooit brieven.

Hier sind Briefe für dich.

Hier zijn brieven voor jou.

- Vergiss bitte nicht, die Briefe aufzugeben.
- Vergessen Sie bitte nicht, die Briefe abzusenden.

Vergeet niet de brieven te versturen alstublieft.

- Ich habe gestern Abend drei Briefe geschrieben.
- Gestern Abend habe ich drei Briefe geschrieben.

Gisteravond heb ik drie brieven geschreven.

Auf dich warten ein Haufen Briefe.

Tientallen brieven staan voor je klaar.

Bitte schreibe mir keine Briefe mehr.

Schrijf alsjeblieft geen brieven meer naar me.

Sind irgendwelche Briefe für mich angekommen?

Zijn er brieven voor mij aangekomen?

Ich schreibe fast jeden Tag Briefe.

Ik schrijf bijna elke dag brieven.

Ich bekomme gerne Briefe von Freunden.

Ik krijg graag brieven van vrienden.

Wer hat die beiden Briefe geschrieben?

Wie heeft die twee brieven geschreven?

Ich bekomme oft Briefe von ihm.

Ik ontvang vaak brieven van hem.

Wer hat diese zwei Briefe geschrieben?

Wie schreef deze twee brieven?

Wer hat diese beiden Briefe geschrieben?

- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft deze twee brieven geschreven?

Hast du meine Briefe nicht gekriegt?

Heb je mijn brieven niet gekregen?

Ich beabsichtige, diese Briefe Tom zu zeigen.

Ik ben van plan Tom deze brieven te laten zien.

Briefe werden hier um die Mittagszeit zugestellt.

De brieven worden hier rond de middag bezorgd.

Sie hat die Angewohnheit, alte Briefe aufzuheben.

Ze heeft de gewoonte om oude brieven te bewaren.

Sind heute Briefe für mich in der Post?

Zijn er vandaag brieven voor mij in de post?

Wir haben uns viele Jahre lang Briefe geschrieben.

We hebben elkaar jarenlang brieven geschreven.

Ich schreibe Briefe immer mit Feder und Tinte.

Ik schrijf brieven altijd met pen en inkt.

Ich habe vor, Tom die Briefe hier zu zeigen.

Ik ben van plan Tom deze brieven te laten zien.

- Meine Mutter hasst das Briefeschreiben.
- Meine Mutter hasst es, Briefe zu schreiben.

Mijn moeder haat brieven schrijven.

Ich habe gerade die Briefe nochmal gelesen, die du mir geschickt hast.

Ik was de brieven die je me gestuurd hebt aan het herlezen.