Translation of "Abzuschicken" in Dutch

- Vergiss bitte nicht, den Brief abzuschicken!
- Denk bitte daran, den Brief abzuschicken.

Denk er alsjeblieft aan om de brief te posten.

Vergiss nicht, diesen Brief abzuschicken.

Vergeet deze brief niet te versturen.

Sie hat vergessen, den Brief abzuschicken.

Ze vergat de brief te posten.

Denk bitte daran, den Brief abzuschicken.

Denk er alsjeblieft aan om de brief te posten.

Vergessen Sie bitte nicht, diesen Brief abzuschicken!

Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post.

Ich darf nicht vergessen, den Brief abzuschicken.

Ik moet niet vergeten haar de brief te sturen.

- Vergiss nicht, den Brief wegzuschicken.
- Vergiss nicht, den Brief abzuschicken.

Vergeet niet de brief op de post te doen.

- Vergiss bitte nicht, die Briefe aufzugeben.
- Bitte denk daran, die Briefe abzuschicken.
- Vergessen Sie bitte nicht, die Briefe zu verschicken!
- Vergiss bitte nicht, die Briefe zu verschicken!
- Vergiss bitte nicht, die Briefe einzuwerfen!

Vergeet niet de brieven te versturen alstublieft.