Examples of using "„tu“" in a sentence and their dutch translations:
Doe iets!
Doe iets!
Niet doen!
Doe alsjeblieft iets.
Doe dat alsjeblieft niet.
Doe wat je wil.
Doe iets!
Ik doe dat soms.
Doe iets voor anderen.
Doe het met mij.
Doe dat niet.
- Doe wat ge moet doen.
- Doe wat je moet doen.
Doe het juiste.
Doe me dit niet aan.
- Doe mij een plezier en zwijg.
- Doe mij een plezier en hou je mond.
Doe het liefst onmiddellijk.
Doe gewoon alsof.
Doe wat ze je zegt.
Doe wat ze je zeggen.
Doe wat u het beste lijkt.
Ik doe het op één voorwaarde.
Zet de tomatensla in de koelkast.
Doe het niet!
Doe alles wat hij je zegt.
Vraag niet waarom. Doe het gewoon!
Doe wat u het beste lijkt.
Doe het opnieuw, net zoals eerder.
Doe alles wat hij je ook beveelt.
- Doe heel wat melk in mijn koffie.
- Doe alsjeblieft veel melk in mijn koffie.
Volg je hart.
Je moet beter letten op wat hij zegt.
Doe niet zo verrast.
- Doe wat ge wilt.
- Doe wat je goed lijkt.
Doe me een lol.
Als je het niet hoeft te doen, doe het niet.
Doe niet alsof je me niet kent!
- Ik weet niets van Japans; ik doe maar alsof.
- Ik kan helemaal geen Japans, ik doe maar alsof.
"Wat moet ik doen, dan?" "Ik weet het niet. Doe iets."
Als het de moeite waard is om te doen, doe het dan goed.
Doe alsjeblieft iets.
Ik doe dat soms.
Doe wat je niet laten kan.
Hou op met klagen en doe wat men u zegt!
Doe wat er gedaan moet worden.
Laat dat!
Leg het boek daar.
Doe precies wat ik zeg.
Doe het niet!
- Doe alles wat hij je ook beveelt.
- Doe datgene wat hij je zegt om te doen.
- Doe mij een plezier en zwijg.
- Doe mij een plezier en hou je mond.
- Doe wat je wil.
- Doe wat je niet laten kan.
- Doe wat je wilt.
- Doe wat je wil.
- Doe wat ge wilt.
- Doe wat u wil.
- Doe wat je goed lijkt.
Doe precies wat ik zeg.
Doe het juiste.
Doe dat nooit meer!
Doe wat je kunt met wat je hebt en wat je bent.
Als je niet kunt doen wat je wil, dan doe je wat je kan.
Doe wat je kunt, met wat je hebt en waar je bent.
- Doe wat je wilt.
- Doe wat je wil.
- Doe wat ge wilt.
Doe wat je wil.
- Doe wat je wilt.
- Doe wat je wil.
Ik beloof het dat ik het nog voor het einde van de maand zal doen.
Als je de zwaartekracht in je voordeel kunt gebruiken, doe dat dan.
Doe niet alsof je verrast bent.
- Doe wat hij je vraagt.
- Doe wat hij je zegt.
- Zet het op.
- Doe het aan.
Doe wat hij je zegt.
- Doe wat hij je vraagt.
- Doe wat hij je zegt.
Doe wat je wil.