Examples of using "„geschlagen“" in a sentence and their dutch translations:
- Wie heeft je geslagen?
- Wie heeft u geslagen?
- Wie heeft jullie geslagen?
Met wat heeft men u geslagen?
Ik heb Tom geslagen.
Wie heeft jullie geslagen?
Ze sloeg hem.
Leger van het Noorden.
Hij werd tot ridder geslagen.
We hebben drie teams verslagen.
Tom werd tot ridder geslagen.
Hij heeft mij bij vergissing geslagen.
Hij werd bont en blauw geslagen.
Ik versloeg hem in het schaken.
De Fransen werden bij Waterloo verslagen.
Onze ploeg heeft het heel goed gedaan.
Hij heeft mij op het hoofd geslagen.
Tom werd door zijn vader het ziekenhuis ingeslagen.
Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.
Waarom hebt ge hem met een stoel geslagen?
Het heeft juist acht uur geslagen, of niet?
Tom werd tot ridder geslagen door koningin Maria.
Onze ploeg heeft onze tegenstander met 5-4 verslagen.
Ze heeft al mijn waarschuwingen in de wind geslagen.
Ik heb Tom geslagen.
Haar revolutionaire ideeën hebben nu al wortel geschoten bij het volk.
Waar veel schuim wordt geklopt, zijn drukdoeners in hun element.
Goed werk zo ver. Dus hou vol.
Ik heb honderd veldslagen voor Frankrijk gestreden, en niet één tegen haar. "
Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.
Ze zei dat haar man haar sloeg maar eigenlijk was het andersom.
Tom sloeg Mary bont en blauw.
Ze heeft al mijn waarschuwingen in de wind geslagen.
Tom werd tot ridder geslagen door koningin Maria.
zoals de Oostenrijkers, kwamen ze onder verwoestend eigen vuur, raakten in paniek en sloegen op de vlucht.
Tom heeft Mary bijna dood geslagen.