Examples of using "Vôtre" in a sentence and their dutch translations:
Het is van jou.
De hoed is van jou.
Ik ben het niet met jou eens.
Is dit jouw potlood?
Mijn huis is zoals dat van u.
- Ik ben het niet met u eens.
- Mijn gedacht is niet hetzelfde als dat van u.
- Mijn idee is anders dan het uwe.
- Proost!
- Gezondheid!
Welke van die daar is de uwe?
Zijn argument is radikaler dan het uwe.
Mijn gezichtspunt is het tegenovergestelde van het uwe.
- Mijn huis is jouw huis.
- Mijn huis is jullie huis.
- Deze hond is van jou.
- Deze hond is van u.
- Deze hond is van jullie.
- Is deze radio van u?
- Is dat uw radio?
- Dat is mijn probleem, niet die van jou.
- Dat is mijn probleem, niet die van u.
Is dit jouw potlood?
Ik ben het niet met jou eens.
- Het is van jou?
- Het is van u?
- Het is van jullie?
Het is mijn schuld, niet de jouwe.
- Bedankt!
- Proost!
- Gezondheid!
- Mijn gedacht is niet hetzelfde als dat van u.
- Ik ben het niet met jou eens.
Is dit van jou?
- Is deze radio van u?
- Is dat uw radio?
Welke tas is van jou?
Ik denk dat dit van jou is.
- Mijn fiets is veel nieuwer dan die van u.
- Mijn fiets is een pak nieuwer dan de jouwe.
- Mijn fiets is veel nieuwer dan die van jou.
Mijn camera is anders dan de jouwe.
- Je kan je eigen maken.
- Je kan er zelf een maken.
- U kan er een voor uzelf maken.
- Je kunt er zelf een maken.
Is dit jouw tas of de zijne?
- Ik ben het niet met u eens.
- Mijn gedacht is niet hetzelfde als dat van u.
- Ik ben het niet met jou eens.
- Mijn idee is anders dan het uwe.