Examples of using "Préparé" in a sentence and their dutch translations:
- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.
Wat hebt u voorbereid?
- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.
- Ik heb het diner gekookt.
- Ik kookte het diner.
- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.
- Ik maakte thee.
- Ik heb thee gemaakt.
Ik heb koffie gemaakt.
Ik heb het avondeten klaargemaakt gisteren.
Heb je alles voor morgen voorbereid?
Ik maakte ontbijt.
- Heb je alles voor morgen voorbereid?
- Heb je de voorbereidingen voor morgen getroffen?
Maria heeft nog nooit een kalkoen gekookt.
Moeder maakte ons middageten klaar.
- Heb je alles voor morgen voorbereid?
- Heb je de voorbereidingen voor morgen getroffen?
Maria heeft haar eigen lunch bereid.
- Tom maakte ontbijt.
- Tom heeft ontbijt gemaakt.
Moeder maakte ons middageten klaar.
Ik heb twee vertalingen van de tekst voorbereid.
Wat er ook gebeurt, ik ben voorbereid.
Niks ook maar in de verste verte onderzocht.
Ik heb ontbijt gemaakt voor Tom.
Ik ben al klaar.
Mijn moeder heeft een kersttaart voor me gemaakt.
Ik heb koffie gemaakt.
Ik ben al klaar.
Ze heeft gisteravond groentesoep gemaakt.
Ik maakte warme chocolademelk voor mezelf.
Je bent niet voorbereid op wat je te wachten staat.
Mijn vader maakte me een heerlijk middagmaal.
Heb ik me nodeloos voorbereid?
Moeder maakte ons middageten klaar.
Ik heb geen presentatie voorbereid. Dus ik heb daar gewoon over opgeschept.
Hij deed een poging om iets te zeggen maar hield maar beter zijn mond.
Ik ben er klaar voor.
Ze hadden een bonensalade gemaakt met veel uien en veel Spaanse peper.
Wees voorbereid!
Deze kaas is gemaakt van geitenmelk.
Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.
- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.
Je bent niet voorbereid op wat je te wachten staat.