Examples of using "Peter" in a sentence and their dutch translations:
Peter maakt altijd een olifant van een mug.
Peter drinkt behoorlijk veel koffie.
Peter O'Toole is mijn favoriete acteur.
Peter O'Toole is mijn favoriete acteur.
Peter werd verliefd op het meisje.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Peter is een dronkaard, vandaar zijn rode neus.
Peter ziet dat de garagedeur open is.
Wie is de jongen die Peter Pan speelt?
Peter kan nog geen veertig kilo bankdrukken.