Examples of using "Couple" in a sentence and their dutch translations:
We zijn een echtpaar.
Het stel verbrak hun verloving.
- Het oude echtpaar had geen kinderen.
- Het bejaarde echtpaar had geen kinderen.
Jullie twee zijn een prachtig stel.
Het paar besloot een wees te adopteren.
Het stel verbrak hun verloving.
- Het oude echtpaar had geen kinderen.
- Het bejaarde echtpaar had geen kinderen.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Dat echtpaar is voor elkaar geschapen.
Dat oud koppel had geen kinderen.
en het kan tot een relatiebreuk leiden.
Mijn moeder probeerde het paar te verzoenen.
De klokken luidden terwijl het paar de kerk verliet.
en we koppelen hem met een laser die korte lichtpulsen uitstuurt.
- Niets lijkt me tederder dan een oud koppel dat hand in hand door de straat wandelt.
- Voor mij is er niets zo hartverwarmend als een oud echtpaar dat hand in hand over straat loopt.
Voor mij is er niets zo hartverwarmend als een oud echtpaar dat hand in hand over straat loopt.