Examples of using "N’ai" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb nog nooit gestemd.
Ik heb geen honger meer.
Ik heb niets gehoord.
Ik heb geen tijd.
Maar ik heb geen geld.
- Ik was niet bij zijn begrafenis.
- Ik heb zijn begrafenis niet bijgewoond.
Ik heb geen stuiver bij me.
Ik heb nog nooit gestemd.
- Ik ben niet geregistreerd op deze forums.
- Ik heb geen profiel op deze fora.
Ik heb niets gehoord.
Ik heb geen tijd.
Maar ik heb geen geld.
Wat mij betreft, ik heb op het moment niets te zeggen.
- Ik heb geen geld bij.
- Ik heb geen geld bij me.
Als ik een eigen huis zal hebben, zal ik ongelukkig zijn als ik geen mooie bibliotheek heb.
"Werkelijk, mijn vader, het is nog nooit voorgevallen dat ik een overledene heb verkocht."
Ik heb nu geen tijd.
"Ben je klaar?" "Integendeel, ik ben nog niet eens begonnen."
Nu ben ik gevangen. Mijn lichaam is in de boeien geslagen in een kerker, mijn geest zit opgesloten in een idee. Een vreselijk, een bloederig, een onverbiddelijk idee! Ik heb maar één gedachte, één overtuiging, één zekerheid: ter dood veroordeeld!