Examples of using "Mangerons" in a sentence and their dutch translations:
We zullen eten.
Wanneer zullen we eten?
- We zullen het toch opeten.
- We zullen haar toch opeten.
- We zullen hem toch opeten.
Vanavond eten we bij Mary.
We eten vanavond gebakken aal.
Wanneer gaan we eten?
- Wij eten niet.
- We zijn niet aan het eten.