Examples of using "M’a" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft mij verlaten.
Tom noemde me een dwaas.
betoverde het me.
Tom heeft mij verlaten.
Hij heeft me doorgelaten.
Papa heeft boeken voor me gekocht.
Hij gaf me dit boek.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!
En dat gevoel bleef maandenlang bij me.
De dokter heeft mij gezegd dat ik moest stoppen met roken.
Deze zaak heeft me veel slapeloze nachten gekost.
Hij klopte me op de schouder.
Hij heeft mij op het hoofd geslagen.
Ik was blij dat ik Japans had gestudeerd, toen ik een drama zonder ondertitels kon kijken.