Examples of using "Lisent" in a sentence and their dutch translations:
Ze zitten te lezen.
- Ze zitten te lezen.
- Ze zijn aan het lezen.
- Ze liggen te lezen.
- Ze lezen.
- Ze lazen.
- Ze lezen.
Ze lezen een boek.
Ze lezen kranten en boeken.
Kinderen lezen geen boeken meer.
Sommige mensen lezen een boek om de tijd te doden.
Sommige mensen lezen de krant en kijken tegelijk naar de televisie.
De meeste studenten lezen de syllabus niet erg nauwkeurig.
Studenten lezen niet veel boeken vanwege de televisie en stripboeken.
De wereld is een boek, zij die niet reizen lezen enkel de eerste bladzijde.