Translation of "Lecteur" in Dutch

Je veux un lecteur MP3 !

Ik wil een mp3-speler.

La preuve est laissée au lecteur.

Het bewijs wordt overgelaten aan de lezer.

Ma voiture est équipée d'un lecteur CD.

Mijn auto is uitgerust met een cd-speler.

La batterie de mon lecteur MP3 était vide.

De batterij van mijn mp3-speler was leeg.

Et regarder votre travail du point de vue du lecteur.

en naar je werk kijken vanuit het perspectief van de lezer.

Inspire quelque chose au lecteur qui devient un lien entre nous,

iets in hen inspireerde dat een connectie werd tussen ons,

Je ne possède pas de lecteur de CDs, mais j'ai néanmoins acheté le CD.

Ik heb geen cd-speler, maar ik heb de cd desondanks gekocht.

Ah, c'est embêtant! Le lecteur de code-barres n'arrive pas lire le code-barre défectueux.

Hé, wat vervelend nou: de barcodescanner kan de beschadigde barcode niet lezen.

Ce genre de détails subtils créent pour le lecteur un roman psychologique qui nous oblige à lire quasiment comme le ferait un détective.

Zulke subtiele details creëren voor de lezer een psychologische roman die ons verplicht bijna als een detective te lezen.