Examples of using "Décidez" in a sentence and their dutch translations:
Jij bent de baas.
Jij bepaalt.
Zeg jij het maar.
Jij mag beslissen.
Vergeet niet dat jij de baas bent.
Jij bent de baas, vergeet dat niet.
Vergeet niet dat het aan jou is.
- Jij beslist.
- Jij bepaalt.
- U bepaalt.
- U beslist.
- Jullie bepalen.
- Jullie beslissen.
Besluit zelf!
Neem een beslissing!
Het is jouw beslissing, maar neem hem snel.
Jij beslist, wat doen we?
Maar jij bent de baas.
Wat denk jij? Jij bent de baas.
Onthoud, jij bent de baas op deze missie.
Jij geeft leiding aan deze tocht. Jij bepaalt.
Onthoud, dit is jouw beslissing.
Jij bent de baas, het is jouw beslissing.
Jij hebt het voor het zeggen. Jij bepaalt.
Jij beslist, maar schiet op, het is koud.
Of de gaspeldoorn? Aan jou de keus.
Jij bent de baas, jij gaat me me mee. Jij bepaalt.
Wat denk jij? Modder of takken? Jij bepaalt.
...of we maken een kamp in de boom. Jij bepaalt.
Dit is jouw avontuur... ...het is aan jou.
Jij beslist. Maar schiet op, het is hier heet.
Jij bepaalt. Coasteeren of de kliffen op?
Jij beslist. Maar doe het snel. Dana heeft ons nodig.
Jij beslist. Maar doe het snel. Dana heeft ons nodig.
Het is warm. Een gedurfd besluit, maar jij bent de baas, laten we gaan.
Neem een beslissing!
De keus is aan jou. Ik doe wat jij wilt. Neem een besluit. Dana wacht op ons.
Kom op, je kunt het. Het is aan jou. Je moet een beslissing nemen.
Bepaal zelf!