Examples of using "Bague" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een ring.
- Hé, waar is je ring?
- Hé, waar is uw ring?
Tom draagt een ring.
Hé, waar is je ring?
De ring was nergens te vinden.
- Ze draagt een dure ring.
- Ze draagt een waardevolle ring.
De ring was nergens te vinden.
Hij belde me op om middernacht.
Die gouden ring behoorde toe aan mijn moeder.
De diamant in deze ring is geslepen.
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Ze heeft een ring die meer waard is dan ze zich kan voorstellen.
Maria had een ring aan elke vinger van haar linkerhand.
Hij nam de ring van zijn vinger.
Als je met me wilt trouwen zul je op de knieën moeten en me een ring moeten geven.