Examples of using "Attendu" in a sentence and their dutch translations:
Ik wachtte en wachtte.
Ze wachtten.
Ik heb gewacht.
Ik zou hebben gewacht.
Tom wachtte.
- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.
We wachtten urenlang.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.
Tom heeft op ons gewacht.
We wachtten.
We hebben tien minuten gewacht.
- Ik was op het juiste moment aan het wachten.
- Ik wachtte op het juiste moment.
- Zij zat te wachten.
- Zij was aan het wachten.
We hebben lang in het park gewacht.
Ik heb tot de laatste minuut gewacht.
Ik had het niet verwacht.
Hij wachtte op hem tot tien uur.
Zo lang hebben we niet gewacht.
Ik heb een uur op hem gewacht.
Tom heeft uitgekeken naar Kerstmis.
We hebben gewacht, maar hij is niet gekomen.
- Ik heb een tijdje gewacht.
- Ik wachtte een tijdje.
Tom heeft zitten wachten totdat jij kwam.
We hebben lang in het park gewacht.
- Jullie wachtten.
- Jullie waren aan het wachten.
- U wachtte.
We hebben de hele dag op je gewacht.
Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.
Hoe lang heb je op de bus gewacht?
Hoe lang heb je op de bus gewacht?
We hebben gewacht, maar hij is niet gekomen.
Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.
Iedereen wachtte.
Hierop was ik aan het wachten.
- We wachtten lang, maar hij kwam niet.
- We wachtten een tijdje, maar hij kwam niet.
- We hebben lang gewacht maar hij dook niet op.
- Mijn studenten hebben vol ongeduld zitten wachten op de testresultaten.
- Mijn studenten hebben gretig zitten wachten op de testresultaten.
Ik wachtte een uur, maar hij kwam niet opdagen.
Ik heb twee uur in de sneeuw gewacht op de bus.
Ik heb haar antwoord afgewacht. Dat had ik misschien beter niet gedaan.
Ik heb drie uur op Tom gewacht, maar hij kwam gewoon niet.
We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.
Ik heb al twee uur gewacht, ik kan niet nog langer wachten.
Ik heb uren gewacht, maar ze kwam niet.
Ik heb al twee uur gewacht, ik kan niet langer wachten.
Ik denk dat jij het bent waar ik al die jaren op heb gewacht.
We hebben sinds de ochtend zitten wachten, maar uiteindelijk is hij niet gekomen.
- Ik verwachtte u.
- Ik verwachtte jullie.
- Ik was op jullie aan het wachten.
Ik heb het hele weekend gewacht op een belangrijk telefoontje.
We bleven tot twee uur 's nachts voor hem op en gingen toen uiteindelijk naar bed.
Ik wachtte een uur op hem op het station, maar hij kwam niet opdagen.
Hoe lang heb je op de bus gewacht?
We wachtten urenlang.