Translation of "Mari" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Mari" in a sentence and their dutch translations:

- Je parle le mari.
- Je parle mari.

Ik spreek Mari.

Appelez mon mari !

Bel mijn man.

- Son dernier mari était violoniste.
- Son défunt mari était violoniste.

Wijlen haar echtgenoot was violist.

- Il deviendra un bon mari.
- Il sera un bon mari.

Hij zal een goede echtgenoot zijn.

Elle détestait son mari.

Ze haatte haar echtgenoot.

Mon mari est paresseux.

Mijn man is lui.

Tom est mon mari.

Tom is mijn man.

Où est mon mari ?

- Waar is mijn man?
- Waar is mijn echtgenoot?

Son mari est riche.

- Zijn man is rijk.
- Haar man is rijk.

Tu trompais ton mari.

Ge hebt uw man bedrogen.

J'ai quitté mon mari.

Ik verliet mijn man.

Mari et Maki sont sœurs.

Mary en Maki zijn zussen.

Son dernier mari était violoniste.

Wijlen haar echtgenoot was violist.

Nous sommes mari et femme.

- We zijn een echtpaar.
- Wij zijn man en vrouw.

Il deviendra un bon mari.

Hij zal een goede echtgenoot zijn.

Il sera un bon mari.

Hij zal een goede echtgenoot zijn.

Elle a empoisonné son mari.

- Zij heeft haar man vergiftigd.
- Ze heeft haar man vergiftigd.
- Ze vergiftigde haar man.

Mon mari ne vaut rien.

- Mijn man is niets waard.
- Mijn echtgenoot is niets waard.

- Mon mari est très bon cuisinier.
- Mon mari est un très bon cuisinier.

Mijn man is een heel goede kok.

- Mon mari a l'intention de me tuer.
- Mon mari prévoit de me tuer.
- Mon mari a l'intention de me faire la peau.

Mijn man is van plan mij te vermoorden.

- Mon mari gagne 100.000$ par an.
- Mon mari gagne cent mille dollars par an.

Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.

Elle aimera son mari pour toujours.

Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.

Son mari est un excellent cuisinier.

Haar man is een uitstekend kok.

Mon mari gagne 100.000$ par an.

Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.

- J'ai un époux.
- J'ai un mari.

Ik heb een echtgenoot.

Son mari vit maintenant à Tokyo.

Haar man woont nu in Tokio.

Il s'avéra être un mari idéal.

Hij toonde zich een ideale echtgenoot.

Elle n'avait pas d'affinité avec son mari.

Ze had haar echtgenoot niet graag.

Mon mari s'est fait faire une vasectomie.

Mijn echtgenoot heeft een vasectomie ondergaan.

Son mari boit vraiment comme un trou.

Haar man drinkt werkelijk als een tempelier.

Il a décidé de devenir son mari.

Hij besloot met haar te trouwen.

Marie est au parc sans son mari.

Marie is zonder haar man in het park.

Ton mari est-il à la maison ?

Is je man thuis?

- Tom n'était pas mon mari à ce moment-là.
- Tom n'était pas mon mari à cette époque.

Tom was toentertijd niet mijn man.

- Ne dis rien à mon mari !
- Ne dites rien à mon mari !
- Ne dis rien à mon jules !

Zeg niets tegen mijn vriendje.

Mon mari a été appelé en voyage d'affaires.

Mijn man werd weggeroepen voor zaken.

Il sera un très bon mari pour elle.

Hij zal een goede echtgenoot voor haar zijn.

Mon mari est impuissant, que dois-je faire ?

Wat moet ik doen als mijn man impotent is?

- Mon mari est Canadien.
- Mon époux est Canadien.

Mijn man is Canadees.

- Même le mari ne sait pas le pourquoi de sa mort.
- Son mari ne sait même pas pourquoi elle est morte.
- Même son mari ne sait pas pourquoi elle est décédée.

Zelfs haar man weet niet waarom ze gestorven is.

Je ne sais pas quand le mari a appelé.

- Ik weet niet hoe laat de echtgenoot gebeld heeft.
- Ik weet niet wanneer de echtgenoot gebeld heeft.

Tom demanda à Mari de l’attendre devant la bibliothèque.

Tom vroeg aan Mary om op hem te wachten voor de bibliotheek.

Le mari de ma sœur est mon beau-frère.

- De man van mijn zus is mijn schoonbroer.
- De man van mijn zus is mijn zwager.

La vieille tante de mon mari a été brûlée vive,

De bejaarde tante van mijn man werd levend verbrand

J'ai appelé mon mari qui est venu me retrouver immédiatement.

Ik belde mijn man, die zich naar mij toe haastte,

C'est le mari de ma sœur. C'est mon beau-frère.

Hij is de man van mijn zus. Hij is mijn zwager.

Son mari ne sait même pas pourquoi elle est morte.

Zelfs haar man weet niet waarom ze gestorven is.

Son mari est mort dans un tragique accident de voiture.

Haar man is in een tragisch auto-ongeval om het leven gekomen.

Avec son mari, elle a milité en faveur de l'émission d’obligations

Zij en haar man gingen daarnaartoe en regelden een obligatie-uitgifte

Même le mari ne sait pas le pourquoi de sa mort.

Zelfs haar man weet niet waarom ze gestorven is.

La femme de Tom ne connaît pas le mari de Mary.

Toms vrouw kent Mary's man niet.

Un mari, quelque bon qu'il soit, atteint difficilement à la perfection.

Een echtgenoot, ongeacht hoe goed hij is, bereikt moeilijk perfectie.

Elle a convaincu son mari d'aller en France pour les vacances.

Ze heeft haar man overgehaald de vakantie in Frankrijk door te brengen.

Le mari de Marie est du même âge que le mien.

Mary's man is mijn mans leeftijd.

Mary a affirmé qu'elle avait reçu ce sac à main de son mari.

Mary beweerde dat de handtas een geschenk was van haar man.

Marie était encore vierge un an après son mariage, car son mari était impuissant.

Maria was een jaar nadat ze trouwde nog maagd, omdat haar man impotent was.

- Marie est au parc sans son mari.
- Marie est dans le parc sans son époux.

Marie is zonder haar man in het park.

Elle est encline à parler, mais son mari est tout le contraire : il ne parle jamais.

Zij is spraakzaam, maar haar echtgenoot is helemaal tegengesteld en spreekt nooit.

- Il a décidé de devenir son mari.
- Il s'est décidé à l'épouser.
- Il se décida à l'épouser.

Hij besloot met haar te trouwen.

Le mariage est une chose et l'amour en est une autre. L'amour passe et le mari reste.

Het huwelijk is een ding, liefde een ander. De liefde gaat voorbij en de echtgenoot blijft.

- Une femme dont le mari est mort s'appelle une veuve.
- On nomme veuve la femme dont l'époux est décédé.

- Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

Comment, mon enfant, ton mari s’enferme avec des femmes nues, et tu as la simplicité de croire qu’il les dessine ?

- Hoe is het mogelijk, mijn kind, dat je man zich begeeft onder naakte vrouwen en dat je naïef genoeg bent om te geloven dat hij ze tekent?
- Hoe is het mogelijk, mijn kind, dat je man zich begeeft onder naakte vrouwen en dat jij naïef genoeg bent om te geloven dat hij ze tekent?

« Si elle est ici sans mari et sans connaissances, pensa Gourov, alors il ne serait pas inutile de faire sa connaissance ».

Als ze hier zonder man en zonder kennissen is, dacht Goerov, dan zou het geen kwaad kunnen om met haar kennis te maken.