Examples of using "Saksaa" in a sentence and their dutch translations:
Ik spreek Duits.
Ik versta geen Duits.
Ik spreek Duits.
Ik begrijp absoluut niets van Duits.
Ik versta geen Duits.
Ik ga Duits leren.
's Avonds heb ik Duits gestudeerd.
- Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?
- Wanneer ben je begonnen Duits te leren?
Ik leer Zweeds en Duits.
Spreekt hij Engels, Frans of Duits?
Duits wordt niet alleen in Duitsland gesproken.
Ze spreekt niet alleen Engels, maar ook Duits.
Spreekt hij Engels, Frans of Duits?
Volgens mij is mijn Duits niet erg goed.
Spreekt hij Engels, Frans of Duits?
Ze speekt zowel Engels als Duits.
Hij kent Duits en Frans, om maar niet te zwijgen van Engels.
- Jessie sprak slecht Frans en nog slechter Duits.
- Jesse spreekt slecht Frans en nog slechter Duits.
Marika is Finse, maar ze spreekt Duits zoals de Duitsers.
Ik had nooit begrepen waarvoor de eeuwigheid nuttig kon zijn. Ze is nuttig om ons de kans te geven Duits te leren.