Examples of using "Nimensä" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben zijn naam vergeten.
Ken je zijn naam?
- Hoe spreek je haar naam uit?
- Hoe spreek jij haar naam uit?
Hij heet Tom.
Hun namen waren weggestreept van de lijst.
Haar naam stond niet op de lijst.
- Hoe heet hij?
- Wat is zijn naam?
- Wat is uw naam?
Ik denk dat zijn naam Tom is.
Hij ontleent zijn naam aan een opvallend vertoon aan agressie.
Ik kan even niet op zijn naam komen.
Ik heb zijn naam genoteerd om hem niet te vergeten.
Zijn naam lag op het puntje van mijn tong, maar ik kon het me niet herinneren.